Sociale zekerheid
Werkloosheid
recht op werkloosheidsuitkering
De algemene regel zegt dat de prestaties als zelfstandige niet meetellen om het recht op werkloosheidsuitkering te hebben.
Toch is het mogelijk dat een eerdere job als loontrekkende in sommige gevallen het recht geeft op een werkloosheidsuitkering. De algemene regel zegt dat er gedurende een referentieperiode een voldoende aantal dagen als werknemer moet zijn gewerkt. Het aantal gewerkte dagen en de duur van de referteperiode zijn afhankelijk van de leeftijd van de aanvrager op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag.
Om in aanmerking te komen voor een werkloosheidsuitkering moet er voldaan worden aan volgende voorwaarden:
• minimaal 6 maanden en maximaal 15 jaar gewerkt als zelfstandige in hoofdberoep
• lang genoeg als werknemer gewerkt(of sociaal verzekerd geweest als werknemer) in de periode vóór de zelfstandigheid (zie algemene regel hierboven)
• een attest van de vroegere werkgever bekomen dat hij u niet meer in dienst wil nemen. Zonder zo'n bewijs kunt u een tijdje zonder werkloosheidsuitkering gezet worden als boete.
Ongeacht de situatie is het aangewezen contact op te nemen met de RVA om na te gaan of men recht heeft op een werkloosheidsuitkering. De RVA beschikt over alle gegevens die nodig zijn om de rechten vast te stellen.