Overslaan en naar de inhoud gaan

Wanneer je als ondernemer je financiële verplichtingen niet meer kan nakomen en je bovendien geen krediet of uitstel van betaling meer kan krijgen, dreig je in faillissement te geraken.

Een faillissement is niet alleen financieel, maar ook mentaal een zware opdoffer.
De meeste ondernemers ervaren het als een professionele mislukking.
Nochtans is het verstandig om op tijd de boeken neer te leggen.
Een faillissement is een procedure waarbij je de schade nog verder kan beperken.

Hieronder lijsten we de meest voorkomende vragen voor je op:

We spreken van een faillissement als

  • er enerzijds staking van betaling is en
  • er wankelend krediet is, wat betekent dat er bij de schuldeisers geen vertrouwen meer is dat de betaling van hun schuldvordering nog zal gebeuren

Het doel van een faillissement is het vermogen van de gefailleerde onder de bevoegdheid te plaatsen van de curator.
Deze zal ervoor zorgen dat de schuldeisers betaald worden en daarvoor het vermogen vereffenen en verdelen.
In tegenstelling tot een “gerechtelijke reorganisatie” is bij een faillissement het doel niet altijd het voortbestaan van de onderneming.

Je onderneming wordt failliet verklaard door een vonnis van de ondernemingsrechtbank.
Dit kan op aangifte van het bestuursorgaan van de vennootschap, of op dagvaarding van een of meer schuldeisers of van het openbaar ministerie. Een natuurlijk persoon doet zelf de aangifte of kan dat laten doen, als hij daarvoor een volmacht geeft.

Je krijgt het bezoek van de curator.
Dit is een gerechtelijk mandataris die optreedt als vertegenwoordiger van de gezamenlijke schuldeisers en de gefailleerde. De curator staat onder toezicht van de rechter-commissaris en wordt belast met de vereffening van de boedel.

De curator neemt volgende taken op zich:

  • het opmaken van een inventaris van de activa
  • het opmaken van een lijst van alle schulden
  • het afhandelen van de schulden en betalingen
  • beslissen over hij verder procedeert tegen klanten die hun factuur nog niet betaalden
  • beslissen of de schuldvorderingen van leveranciers, werknemers en overheidsinstellingen worden aanvaard. Schuldeisers kunnen namelijk geen betalingen meer afdwingen. Als er een openbare verkoop gepland staat, dan gaat de opbrengst naar de curator.
  • bij het faillissement van een vrije beroeper zal er een mede-curator zijn.
    De mede-curator waakt erover dat de deontologische regels, zoals het beroepsgeheim, niet worden geschonden.
  • Je mag je oude schulden niet meer betalen.
  • De curator zal bepaalde bezittingen (auto, meubelen, familiestukken) in beslag nemen.
  • Denk na over bepaalde afspraken die je kan maken met je omgeving.
    Misschien willen mensen uit je omgeving bepaalde goederen kopen, zodat je die verder kan gebruiken? Maak hierover afspraken met de curator.
    Laat je goederen niet zomaar verdwijnen. Dat is strafbaar!
  • Het is de curator die beslist wat er met de lopende contracten gebeurt.
  • Je mag vanaf datum van faillissement wel nieuwe contracten afsluiten.
  • Je kan niet zomaar uit je woonhuis gezet worden.
    De vrederechter zal hierover eerst een vonnis moeten uitspreken en het OCMW zal helpen om een noodoplossing te zoeken.
  • Je mag na het vonnis van faillietverklaring starten met een nieuwe zaak.
    Het verder zetten van failliete zaak mag echter niet.
    Je zal dus nieuwe klanten, een nieuwe naam en nieuwe goederen moeten vinden.
  • Je bankrekeningen zullen geblokkeerd worden.
    Dit gebeurt door de banken doorgaans na kennisname van de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
  • Het openen van een nieuwe rekening kan enkel aanbevolen worden na de vaststelling van de blokkering van de rekeningen.
    De opening van een nieuwe rekening meteen na tussenkomst van het vonnis zal doorgaans tot gevolg hebben dat ook deze nog wordt geblokkeerd. De curator kan daarvan wel de vrijgave bevelen, maar dat betekent bijkomend overbodig tijdverlies.

De curator heeft alles verkocht en toch zijn niet al je schulden afbetaald.
Moet je dan levenslang afbetalen? Niet noodzakelijk.
Je kan in dat geval een “kwijtschelding” vragen van je schulden.

Om een kwijtschelding te bekomen moet er aan volgende voorwaarden voldaan zijn:

  • je moet als natuurlijke persoon failliet verklaard zijn
  • de rechtbank moet de schuldkwijtschelding toestaan
  • de rechtbank ontvangt geen protest van een belanghebbende of verwerpt het protest.

Een vennootschap of vereniging kan geen kwijtschelding krijgen!

  • Wanneer je als gefailleerde grove fouten hebt begaan.
    Dat kan bijvoorbeeld gaan over schriftvervalsing, of het laten verdwijnen van goederen, het langdurig verwaarlozen van de boekhouding…
  • Opgelet! Ook onderhoudsverplichtingen, vergoedingen voor lichamelijke schade of overlijden (na een veroordeling) of boetes die als straf werden opgelegd, kunnen niet kwijtgescholden worden.

Als gefailleerde moet je een account aanmaken op REGSOL, een online register voor solvabiliteit.

Je kan hier volgende zaken regelen:

  • aangeven van de ‘staking van betaling’
  • bekijken van je dossier over de procedures na dagvaarding
  • opladen van alle nodige documenten
  • opvolging van je volledige faillissementsdossier

De aanmelding en registratie verloopt via itsme /eID

Een faillissement is een gerechtelijke procedure.
We kunnen we het je alleen maar aanraden om deze goed op te volgen.

Het is belangrijk om goed op de hoogte te blijven van volgende zaken:

  • het vonnis van de opening van je faillissement
  • de aangifte van schuldvordering:
    eventuele bemerkingen kunnen nog aan de curator overgemaakt worden vooraleer dit definitief wordt opgenomen in het proces-verbaal van nazicht der schuldvorderingen
  • advies omtrent de kwijtschelding door de curator:
    dit gaat over de ‘bevrijding’ van het betalen van de restschulden door de gefailleerde, na de sluiting van het faillissement
  • eventueel verzet tegen de kwijtschelding door schuldeisers of andere belanghebbenden
  • verzoeken machtiging tot verkoop door de curator en de bijhorende beschikkingen door de rechtbank

Het is ook in je belang om tijdig te reageren als er iets wijzigt in je dossier.

Je hoeft als je gefailleerde dus niet zomaar vanop de zijlijn toe te kijken!
We adviseren je zelfs om een actieve rol te spelen in deze procedure.
DYZO kan je hierin bijstaan.

Elke natuurlijke persoon (dus geen rechtspersoon) die zich persoonlijk kosteloos borg heeft gesteld voor de gefailleerde kan een verzoekschrift tot geheel of gedeeltelijke bevrijding neerleggen bij de ondernemingsrechtbank.

Dit verzoekschrift moet ingediend te worden in het dossier van het betrokken faillissement.

Schuldeisers kunnen die borg aanspreken en moeten bij de aangifte van hun schuldvordering volgende zaken vermelden:

  • dat iemand zich borg heeft gesteld
  • de gegevens van de borgsteller
  • de aard en de hoegrootheid van de zekerheidsstelling

Doen ze dat niet, uiterlijk 3 maand na de opening van het faillissement, dan ben je als borgsteller bevrijd van je verplichting.

Let op, de mogelijkheid tot bevrijding geldt niet voor zakelijke zekerheden die zijn verstrekt zoals een hypotheek of een pand.

Na het neerleggen van het verzoekschrift roept de griffier alle betrokken partijen (schuldeiser en borg) op om voor de rechtbank te verschijnen.

Het vonnis kan de bevrijding :

  • weigeren
  • gedeeltelijk toekennen
  • geheel toekennen